Erkend lasdiploma helpt jongeren op weg
In Noordoost Brabant vormen vijf scholen voor praktijkonderwijs het netwerk praktijkonderwijs (NPO). Zij werken intensief samen met het bedrijfsleven. Het resultaat? De ontwikkeling van een uitgebreid cursusaanbod voor leerlingen in hun laatste schooljaar. Mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van het Europees Sociaal Fonds (ESF+). Wij namen een kijkje bij Spierings Mobile Cranes, waar jongeren hun lasdiploma kunnen halen.
Als we het terrein van Spierings Mobile Cranes in Oss op rijden, zien we een grote blauwe hijskraan staan. Het is niet te missen: hier worden mobiele torenkranen geproduceerd. In de fabriek wordt volop gelast, gefreesd en geboord. In de kantine wachten Bart van den Broek en Gijs Meulendijks op ons. Zij hebben net die ochtend hun lasexamen in het Brabantse familiebedrijf afgerond.
‘En geslaagd?’. Bart en Gijs: ‘We hopen het.’ Hun begeleiders René Meester en Michiel Berendsen hebben er alle vertrouwen in. Monteur René was vroeger teamleider bij een sociale werkplaats. Voor de directie van Spierings een logische keuze om hem te vragen mee te helpen om een lascursus te ontwikkelen en de jongeren te begeleiden. Hetzelfde geldt voor Michiel, die ooit zelf vanuit het praktijkonderwijs bij de fabrikant binnenkwam.
“Maak er werk van”
Spierings heeft een sociaal hart, vertellen René en Michiel. Het bedrijf maakt bewust de keuze om in mensen te investeren. Mede vanuit de Mighty Tiny Foundation (vernoemd naar de in 2001 overleden vrouw van de oprichter van het bedrijf) dat kwetsbare jongeren helpt bij hun ontwikkeling. Harrie van den Brand, penvoerder ESF+ namens NPO: ‘Deze mentaliteit bij Spierings sluit goed aan bij ons NPO-project “Maak er werk van”. We hebben binnen dit project als praktijkscholen samen met het bedrijfsleven diverse cursussen ontwikkeld. Of het nu gaat om omgaan met een kettingzaag, machinale houtbewerking, of werken met professionele stikmachines. Leerlingen leren hierdoor een vak dat bij hen past en dat vergroot hun kans op het vinden van werk.’
Hoog slagingspercentage
‘Wij leiden leerlingen op deze manier echt toe naar arbeid’, glundert Harrie. Met succes. Het slagingspercentage ligt ruim boven de 90 procent. ‘Dat komt mede door deze cursussen, die we met behulp van ESF+ hebben kunnen opzetten. Ik ben zeer te spreken over deze hulp vanuit Europa.’
Erkend diploma
Het lasdiploma dat de leerlingen bij Spierings halen is een erkend diploma van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL). Michiel: ‘Het is hetzelfde diploma als het diploma dat jongeren op een mbo-school halen. Alleen doen wij een paar aanpassingen voor onze leerlingen.’ Zo zijn de groepen klein: maximaal acht leerlingen. En het tempo ligt lager. Waar mbo-leerlingen in 20 weken hun lasdiploma halen, trekken ze er bij Spierings een vol schooljaar voor uit. Ook wordt de leerstof veel herhaald, vertelt Michiel. ‘En we combineren theorie altijd met de praktijk’. Er wordt bovendien nauwkeurig gekeken wat goed is voor een jongere, vult René aan. Zo werd Gijs vanuit zijn werkplek gevraagd een paar weken mee te gaan naar een klus in Duitsland. ‘Ook al miste hij daardoor een aantal lesdagen, die kans gunden wij hem, zeker omdat we zagen hoe hard hij zijn best deed.’
Veilige omgeving creëren
Ook jongeren waarbij het niet zo lekker loopt, krijgen extra hulp. Een ontbijtje in de kantine als er thuis geen eten is. Of opgehaald worden van het station omdat alleen fietsen naar een nieuwe plek een brug te ver is. ‘We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat de randvoorwaarden goed zijn. Zodat leerlingen ook echt tot leren kunnen komen. Ze moeten hier lachend binnenkomen en lachend weer naar huis gaan. Dat is het idee’, aldus René.
Meteen de praktijk in
Bij Gijs en Bart is dat gelukt. Ze vinden het gezellig bij Spierings. Het materieel waarmee ze werken is top. En de begeleiding prettig. Gijs: ‘Ik vind lassen leuk, want je begint met een stapel onderdelen en uiteindelijk heb je een mooi resultaat’. Allebei hebben ze al een baan gevonden, waarin hun vaardigheid in het lassen goed van pas komt. Bart bij een ijzerwarengroothandel waar hij stage liep en meteen kon blijven als werknemer. ‘Ik mag er stapels balken lassen.’ En Gijs in de werkplaats van een bedrijf dat slachthuismachines produceert en repareert. Ook hij kon daar blijven na een stage. Harrie: ‘Hun succes laat mooi zien dat deze cursussen – die ook op hun diploma komen te staan – jongeren echt op weg helpen.’